Anoden

Anoden

Anoden zijn koolstof blokken die worden gebruikt als stroomgeleiders in het elektrolyseproces waarmee aluminium wordt geproduceerd. De grondstoffen die worden gebruikt bij de productie van anoden zijn:

  • petroleumcokes – tijdens het olieraffinageproces blijft er een residu achter waarvan petroleumcokes gemaakt kunnen worden. De grote koolstofwatermoleculen in het residu worden door verhitting gebroken of gescheurd, waardoor petroleumcokes ontstaan. Deze zijn geschikt als grondstof.
  • steenkoolteerpek – door destillatie van ruwe teer krijgt men onder andere het restproduct steenkoolteerpek. Na verhitting is het geschikt als grondstof voor anoden.
  • anoderesten – bij het productieproces in IJsland om aluminium te maken worden de anoden in de oven grotendeels opgebrand. De resten die overblijven worden verzameld en gebroken tot het juiste formaat. Deze worden weer naar Nederland verscheept en vervolgens opnieuw gebruikt als grondstof. Hierdoor is er sprake van zeer weinig restafval.

Deze drie grondstoffen worden na diverse bewerkingen samengevoegd en het mengsel wordt vervolgens in een mal tot de gewenste vorm getrild. Hierna wordt de anode gedurende twee weken gebakken tot een temperatuur van 1090 °C. De anode bezit nu de eigenschappen die voor de klant belangrijk zijn zoals hoge dichtheid, hoge geleidbaarheid en lage reactiviteit. Na het bakken wordt de anode verpakt en op transport gezet naar de klant.